LA VOIX HUMAINE
FR
Une femme seule, sans nom, répond à l’appel téléphonique de son amant résolu à
rompre. Au cours de cette ultime conversation, tendresse, passion, chantage, colère,
calme et repentance déferlent pour tenter de raviver les sentiments déchus de son
bien-aimé. À mesure que sa déchéance amoureuse s’édifie, cette Marilyn
contemporaine se démantèle. L’actrice perd la face, le masque se fissure. Écrit en
1927 par Jean Cocteau pour la Comédie-Française, ce portrait d’une icône
déclassée contient une étrange beauté ainsi qu’une modernité fulgurante. Comme
dans un long mouvement de caméra, comme dans une fugue musicale, la poignante
Sophia Leboutte incarne, en orfèvre du jeu, cet hymne à l’amour dans l’intimité d’une
disgrâce portée à nu. Incarnant tantôt l’homme adoré, tantôt les fantômes de l’amour
moribond, un ensemble à cordes masculin fait écho à l’actrice. Le jeune metteur en
scène Salvatore Calcagno monte avec une finesse infinie cette variation sur la
passion et le mensonge, le renoncement et le désespoir. Un joyau noir où les
silences se cognent aux frémissements d’un cœur rompu.
NL
Een anonieme, eenzame vrouw, beantwoordt een telefonisch gesprek van haar
minnaardie vastbesloten is om met haar te breken. Tijdens hun laatste gesprek
wedijveren tederheid, liefde, hartstocht, chantage, woede en kalmte met elkaar.
Berouw ontvouwt zich in een poging, de om de ter ziele gegane gevoelens van haar
geliefde nieuw leven in te blazen. Naarmate zijn gevoelens wegdeemsteren,
verbrijzeld deze eigentijdse Marilyn. De actrice lijdt gezichtsverlies, haar masker
begint scheurtjes te vertonen. Jean Cocteau schreef deze monoloog in 1927 voor de
Comédie-Française. Dit portret van een afgedankt icoon bevat een
verbazingwekkende schoonheid en een verrassende eigentijdsheid. Zoals in een
lange camerabeweging, en zoals in een muzikale fuga, belichaamt de ontroerende
Sophia Leboutte, als de goudsmid van het spel, deze lofzang aan de liefde in de
beslotenheid van het naakte leed. Bij momenten wordt de man aanbeden en bij
momenten wordt de actrice geteisterd door de spoken van de stervende liefde, terwijl
ze begeleidt wordt door een mannelijke strijkersensemble. Salvatore Calcagno
schept een stuk met een grenzeloze raffinement. Een afwisseling van passie en
leugens, verloochening en wanhoop. Een zwarte parel waar de stilte slaat in het
trillen van een gebroken hart.
Text
Jean Cocteau